Kadrering

Een schrijftafel, een meter breed ongeveer, een halve meter diep. Met glazen blad. Geel. Zonnebloemgeel. Houten kadrering. Alsof de zijkanten eenvoudige schilderijlijsten zijn. Een houten paneel, neergeklapt aan de rechterkant, om het werkblad desgewenst te verlengen. Donkerbruin front met drie sleutelgaten. Twee laden. Eén kastje. Vlakken en kleuren die de onmiddellijke associatie met ‘De Stijl’ oproepen.
Zou je gele gedachten krijgen als je zou schrijven aan dit bureau, op glas? Kun je helderheid afdwingen met het juiste meubilair? Misschien als je in staat bent het leeg te houden, alleen papier en pen erop tolereert, een laptop hoogstens. Of moet je deze tafel op een speciale plek zetten om dat te bewerkstelligen? In een museum waar mensen alleen passeren, in een grasland onder een honderdvijftig jaar oude beuk in het gezelschap van
koeien die de tijd weg kauwen, in de erker van een lege zolder met uitzicht op een daklandschap van zink? De bijbehorende kruk, met kubusvormig houten frame dat donkerder is dan de lijsten van het bureau en een zitting in de kleur van paard, – die wei lijkt toch een passend decor – vraagt hoe dan ook om een actieve werkhouding. Voeten op de grond, billen stevig in het zadel en de ellebogen in rechte hoeken op het werkblad, opdat je handen de woorden zo op het papier zwiepen. In zinnen die de essentie raken van wat je te zeggen hebt. Gelijk de danser van Josef; in al zijn gratie neergezet in zes trefzekere lijnen.
Ik veronderstel dat de sleutels die op dit schrijfmeubel passen bewust zijn kwijtgemaakt, om verhalen te vermoeden in de laden en het kastje. Dat Josef en Anni verwanten zijn bijvoorbeeld, een bonusopa en -oma of liever nog, bonusouders. Toen ik ruim een jaar geleden in Parijs een foto van het kunstenaarsstel tegenkwam, dacht ik in Josef heel even mijn vader te herkennen. Het idee dat er een verbondenheid met deze Albersen kon bestaan bracht een tinteling teweeg die na-ijlde. Mijn zus is textielrestaurator, net als Anni spreekt zij de taal der draden, mijn andere zus en broer doen als eigenzinnige docenten niet onder voor hun leenouders, ik schreef al eens over een joods-katholieke liefde… ik zou er een geloofwaardige familiegeschiedenis van kunnen maken. Maar alleen aan deze tafel.

Plaats een reactie