Het gras van de donderdag

Aanleiding voor deze verzameling verzen vormden de kleurstalen waar ik in de bouwmarkt tegenaan liep en die stuk voor stuk met een woord bedrukt waren. Niet per se met een woord dat direct met de kleur verband hield. ‘Scharlaken’ voor een specifieke kleur rood lag nog voor de hand, maar ‘vanavond’ voor grijsblauw? Hoe langer ik naar de kleurstalen met hun eigennamen keek, hoe gebiologeerder ik raakte. Het had een positieve uitwerking op mijn humeur.

Vanaf het moment dat ik ze me eigen maakte, kregen letters, getallen, de dagen van de week, de maanden van het jaar, een kleur in mijn hoofd. Hier nu, was van het omgekeerde sprake: een verffabrikant had ik-weet-niet-hoeveel kleuren aan woorden gekoppeld. En hoewel dat op de eerste plaats de verkoop van verf diende, had dat op mij het effect dat ook moderne kunst, literatuur of poëzie teweeg kan brengen: het bracht me op een aangename manier in verwarring.

Want als kleuren bewoord zijn, wat is daarvan dan de consequentie? Als een kleur een woord is dat een herinnering oproept, verandert daarmee dan de herinnering? Kun je beelden uit heden en verleden opnieuw inkleuren op die manier? Dat gebeurt sowieso wanneer je er woorden aan geeft, er gedichten van probeert te maken, maar gebeurt er dan nog iets anders? Kun je zaken die voor zich lijken te spreken door kleur in een ander licht zien? Kan kleur werken als een zesde zintuig?

1 gedachte over “Het gras van de donderdag”

  1. T.a.v. ‘verwarring’:

    Als werkelijkheid en waarheid onze mentale constructies zijn, dan is verwarring een aanzet tot nieuwe betekenis.

    Beantwoorden

Plaats een reactie